Over Johan Clarysse

“Johan Clarysse slaagt er in om met krachtige en vaak wondermooie beelden ratio, verlangens en sentiment te laten samengaan… Hier is een dichter aan het woord die kleurrijk en taalvaardig vorm geeft aan de kwetsbaarheid en vergankelijkheid van relaties. Lees’ Het geduld van water’ – omdat deze bundel zo beklijvend is .”  

(Astrid Arns, dichteres, redactielid literair magazine Elders)

“In zijn poëzie weet hij de intimiteit van de persoonlijke ervaring en beschouwing met elkaar te verzoenen. Waar nodig countert de dichter de ernst van het lot met de broodnodige ironie van het leven.” 

(Paul Rigolle, dichter en hoofdredacteur ‘De Schaal van Dighter)

 

“Als geen ander dichter geeft Johan Clarysse lezers uitzicht op het innerlijk landschap dat zich in regel aan de taal onttrekt. Een landschap waarin lezers thuiskomen in zichzelf, maar op een andere wijze dan ooit voorheen. Poëzie fungeert hier als een actuele kroniek van de menselijke conditie.”

(Antoon Van den Braembussche, prof.emeritus kunstfilosofie en dichter)

“Zijn poëzie valt op door zijn heldere stijl, zijn originele verwoordingen …en sterke beelden. Personificaties en contrasten geven het gedicht een innerlijke spankracht….”

(Juryrappart  laureaten Poëzieprijs VTB Holsbeek, lees meer)

 “…De taalgewaarwording draagt er aan bij dat ook na de laatste punt het raadsel niet opgelost wordt, daarmee de lezer met zachte hand uitnodigend tot herlezen. Dat maakt het gedicht sterk.”

 (Juryrapport Rob De Vos Prijs van Meander, lees meer)

 

Het geduld van water’ is de eerste bundel van Johan Clarysse (1957). Een laat maar ook een van maturiteit en vakbekwaamheid getuigend debuut. Lectuur- en levenservaring kristalliseerden zich tot poëtische, taalbewuste, geraffineerde teksten. Clarysse is eveneens schilder. Maar ik…

(Alain Delmotte, dichter, essayist en recensent, Schaal van Dighter 17/12/24, lees meer)

“Johan verkent als geen ander, en daarin is hij oppermachtig eigenlijk, de manier waarop herinneringen ons verbinden met degenen die we liefhebben, zelfs als ze fysiek afwezig zijn. Deze prachtige poëzie verkent, met een perspicaciteit die mij af en toe aan Fernando Pessoa doet denken, de complexiteit van het geheugen, in een poging de verbondenheid en het voortleven van iemand in de afwezigheid zinvol te maken of te houden, in een poging om continuïteit te geven aan een bemind leven. Zo bereiken we misschien, om het met het prachtige beeld te zeggen dat ik in deze bundel ontmoette, ‘een marmeren Zuidpoolzee’ in een achterhoek van onze herinnering.”

(Bart Stouten, auteur, dichter, presentator Radio Klara, lees meer)

Clarysse pleit voor een positief voluntarisme. Tegen beter weten in misschien. Op een zerk kun je twee dingen doen: picknicken of huilen. Hij kiest voor picknicken. Voor ja zeggen, voor het lot omarmen: ‘Omhels de okertint in je vergrijzen / en alles wat je niet geworden bent.’ En verder, in dat zelfde ‘Zelfhulpgedicht’: ‘Zet alle ramen open.’ De dichter heeft de les van zijn vader, zijn ‘rechter en vriend’, goed onthouden: ‘Uitzicht, zei je, is iets wat je maken moet’

(Pascal Cornet, auteur en literair blogger, lees meer)

 

 “…Ik las en voelde zijn ziel en zijn hartslag. Clarysse licht hier meer dan de top van de sluier. Hij speelt op een spitante manier met taal, geeft woorden onverwachte eigenschappen en maakt verraste symbiosen.
Ik heb de bundel (met op de cover een werk van kunstschilder Johan Clarysse) in één ruk uitgelezen. “
 
(Johan Debruyne, kunstcriticus en poëzieminnaar, lees meer)

“Waarom de kunstschilder zich, naast het schilderen ook aan poëzie waagt? Zijn antwoord luidt: ‘Omdat het gewone leven niet volstaat’. De dichter brengt dan ook intense poëzie, die persoonlijke ervaringen en herinneringen vastlegt in treffende beelden in een taal die tegelijkertijd helder en raadselachtig is.”

(Luc Fossaert, redacteur Exit magazine, december 2024, lees meer)