|> TEKST <009|

Alle Lust will Ewigkeit II

 

De individuele tentoonstelling "Alle Lust will Ewigkeit II" in galerie Utopia te Damme liep tot half december 2004.
De opening vond plaats op zaterdag 9 oktober 2004 vanaf 15 uur
met een inleiding door Paul Rigolle, dichter en auteur. De tekst:

(1) …Het is een lange weg, een merkwaardige queeste die de schilder intussen heeft afgelegd. Niet voor de hand liggend, geen platgetreden pad is het om zoals Johan Clarysse van het lyrische nog ongrijpbare, uit te komen in het herkenbare en toch zo zeer bevreemdende. Elke tentoonstelling van Johan Clarysse brengt hem verder op de weg. Elke tentoonstelling is een stap in een richting. Een tussenstap, halte, een 'pas op de plaats' …

(2) Het zijn als stills zegt men, de recente schilderijen van Johan Clarysse. De ver-still-ing. Het stil in zichzelf te kijk zetten. Een beeld van het beeld. De flitsende film van elke dag die even wordt stilgezet, het isoleren, het bevriezen van, actie die bevroren wordt. De verstilling. Wie ontvankelijk is, wie er klaar voor is, merkt evenwel dat het beeld niet alles is. Dat er meer is. Veel meer. Het beeld is niet alles wat we zien. Veel speelt zich af buiten het beeld. Achter, onder het beeld... Het is het bevreemdende geheel. De spanning tussen wat het oog ziet en wat het meent te zien. Soms lijkt het alsof er in het werk zelf al een kijker zit. En voor we het weten staan we voor hem zelf te kijk.

(3) Zoals bij iedereen van ons, huizen ook bij hem duidelijk meerdere zielen in één en dezelfde borst. Filosoof, psycholoog, schilder... Interdisciplinair en naast elkaar maar toch ook alles inéén. Een mens kan immers van alles zijn. Mengsel, samenstelling, legering, amalgaam. Geworden wat we lazen, zagen, zegden, voelden, deden, dachten. De kunstenaar Johan Clarysse staat ondertussen midden het leven - zoals dat zo mooi kan worden gezegd. Hij heeft en zet graag, naar hij zelf zegt, verschillende brillen op. Zijn ontvankelijkheid voor indrukken en sferen is met de jaren alleen maar groter geworden. Krantenkoppen, beelden uit films, citaten, zinnen... Wat ie pikken kan, oppikken uit en van de wereld zien we vaker terugkeren in zijn werk. Het spanningsveld tussen het beschouwende en het evocerende, tussen het direct emotionele en het cerebrale, tussen vorm en inhoud, woord en beeld lijkt met de jaren een groter evenwicht te kunnen vinden. De tekst als volwaardig element en de veelvuldige link met de rijke voedingsbodem van de cultuur in het algemeen en de literatuur en de film in het bijzonder, is in zijn werk nooit ver weg. Maar meer nog dan aan het proza lijkt het werk van de kunstenaar Clarysse verwant aan de poëzie. Proza en ook de filosofie zoeken het raadsel op te lossen, poëzie maakt het raadsel alleen maar groter. Ik meen mij niet te vergissen als ik zeg dat in het huis van Johan Clarysse vooral ook een dichter huist.

(4) "Het leven is een slagerij waarin enkel vis te koop is". Het is een citaat van de Schaarbeekse surrealist Marcel Mariën, wapenbroeder destijds van Magritte. Schrijver, schilder. Het citaat zegt wel iets. Bijvoorbeeld: "Ook een manier om tegen de wereld aan te kijken". Humor en ironie kunnen ons inderdaad wel vaker redden. Moeten ons wel vaker redden. Maar ze doen niettemin niets af van het feit dat met elke kunst van enig niveau de dingen er nu eenmaal niet simpeler op worden. Gelaagd. Multi-interpretabel. Pluriform. Nooit eenduidig is de wereld van de kunstenaar die het ernstig onderzoek niet uit de weg gaat. Johan Clarysse is, dat lijdt geen twijfel, zo'n kunstenaar. Zijn wereld bestaat uit vele werelden. Getekend door de zorgvuldig aangebrachte nuance, de tonaliteit in al zijn vormen... Schilderen is voor Johan Clarysse een poging om greep te krijgen op de werkelijkheid. Greep op zijn werkelijkheid. En, laten we wel wezen, die heeft, met alle respect voor de meester-spekslagers onder ons, maar weinig uitstaans met wat ik voor één keer de platte dolgedraaide wereld van de keurslagers wil noemen.

(5) …Voor de rest zijn de dingen zoals ze zijn. Al hebben we met zijn allen wel vaker het gevoel een dam te moeten opwerpen tegenover het verloederde, het lelijke, het wanstaltige, het over-geacteerde... zeg maar tegen de wereld van het gedrocht. Laten we het vandaag - en ook morgen - maar 'ns opnemen voor elke stem die spreekt en daar ook een reden voor heeft. Elke eerlijke nieuwe stem die opstaat is een kans. De stem van Johan Clarysse kennen we al een tijdje. Laten we ze koesteren en doorklinken in wat we zien. Om nog maar 'ns de dichter te parafraseren: Kijk maar, er staat niet wat er staat. Kijk maar, je ziet niet wat je ziet. En dat beste mensen is, wat ik u nu mag voorstellen. Laten we maar 'ns uitgebreid en met zijn allen onze aandacht verdelen tussen wat we zien en wat we niet zien.

Paul Rigolle, 9/10/2004